Inktvlekken – 4 gedichten

 

 

 

Inktvlekken

 

Dagboeken zijn als leven, data, dag in dag
uit. Blauwe, strakke hemels, regen. Als het aan mij lag
zou ik zeggen: laat men de dagboeken voltooien,
handschriften, thema's doen er niet toe. Gooien

we de mens voor leegogige, gladgeschoren leeuwen
die om het bestaan van een dagboek slechts geeuwen,
dan zijn we niet die betere verre vriend of goede buur,
al kleden we ons naar de tijd en betalen we zuivere huur.

Er zijn slechte buren geweest. Het theeservies
van de mens wiens dagboek als een raam
werd dichtgeklapt - glasgerinkel, inktvlekken staat vies

op andermans aanrecht. Maak het nu beter, was het af en breng het terug.
Maar alleen de doden mogen vergeven en zij kunnen niet spreken.
Hun buren zijn andere doden, eindelijk veilig, zij hebben geen mond of een
kaarsrechte rug.

----------------------------------------------
uit: 'De verleden tijd van vrede', 1997.

 

Schrijver: Rogi Wieg

 

 


 

 

 

Poëzie

 

Nu is het dus dat ik niet meer weet
hoe bang zijn was. Ik zal niet langer vijand
zijn van zoveel vormen goedheid. Maar vergeet
niet wat je was: ogen, haar, een hand

om mee te schrijven. En wat moet ik zeggen,
de stadsweg waarover je naar huis toe gaat,
mijn huis zelfs is zo liefdevol voor mij. Verleggen
van dit leven is gewichtig. dat je hier bestaat

alsof je altijd zal bestaan lijkt eigenaardig
- en al die mooie dingen dan -
om alles weg te gooien voor wat poëzie is te lichtvaardig.

Er is te weinig taal in mij om zaken
te omschrijven zoals dit gebrek aan angst;
dus noem ik maar wat afgebroken wordt, om nog iets goed te maken.

----------------------
uit: Tirade (1987)

 

 

 

Schrijver: Rogi Wieg

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

Tuin

 

in mijn tuin mijn droomgebied
komen sprietjes, knoppen,
kleine blaadjes,
dingen die soms schubbig doen,
driftig uit de aarde kijken.
duizend rulle aardekorrels
moeten wijken, zand rolt weg
't jonge goed dringt
woest omhoog
met gebalde vuistjes.
mensen willen niet of durven
nauwelijks iets aan.
in mijn tuin gaat alles anders,
plant en bladknop
kruid en zaadjes
zijn gewetenloos
spontaan.

 

 

 


-------------------------
Uit: 'Mijn duizenbladig boek", 2005.

 

 

 

Schrijver: Catharina van der Linden

 

 

 

 

 

Glas

 

 

 

Elke morgen stond ze voor het raam te wuiven.
Ik zwaaide terug, maar wist niet wie ze was.
Buiten ging het leven door, maar 't hare
ging niet verder dan het glas.

Als ik terug van school kwam keek ik even;
het vierde raam, begane grond:
een witte muur met stille plooien,
alsof de vrouw niet echt bestond.

En toen kwam ik haar buiten tegen,
haar gang voorzichtig als op glas.
Ik groette haar; ze liep op scherven.
Ze wist ineens niet wie ik was.

----------------------------------------------------
uit: 'Jij ben mijn mooiste landschap', 2003.

 

Schrijver: Ted van Lieshout

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

 

Comments  
je zette me op het verkeerde been

een overwachte wending, waar de muziek vandaan kwam,
Krachtige laatste zin mobar. Liefdevol gedicht.
ja, een onverwachte wending, en dat terwijl ik eigenlijk helemaal geen gitaar kan bespelen
Add comment