Existentialisme

Het existentialisme is een 20e-eeuwse filosofische en literaire stroming die individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit vooropstelt.

Het existentialisme beschouwt iedere persoon als een uniek wezen, verantwoordelijk voor eigen daden en eigen lot.

De uitdaging van ieder individueel mens is, om in afwezigheid van een transcendente god en binnen zijn absurd en zinloos bestaan, zijn vrijheid te gebruiken om een eigen ethos op te bouwen en zijn bestaan zodoende zin te geven.

...

Existentie gaat vooraf aan essentie. Een centrale stelling van het existentialisme is "l’existen
ce précède l'essence", wat betekent dat het bestaan van een mens, het 'zijn in deze wereld', fundamenteel van meer belang is dan om het even welke andere betekenis die er aan een menselijk leven wordt toegekend: mensen definiëren dus hun eigen werkelijkheid.



Afwijzing van de rede als verdediging tegen angst. Door actie, vrijheid en keuze te benadrukken, positioneren existentialisten zich lijnrecht tegenover het rationalisme en het positivisme. Met andere woorden: zij vechten de visie aan dat een mens vooral een rationeel wezen zou zijn.

Van hun kant zijn zij eerder geïnteresseerd in wat de mens zelf betekenisvol en zinvol vindt. Existentialisten stellen dat de keuzes die de mens maakt vooral gebaseerd zijn op wat voor hem betekenis heeft, dan dat zij rationeel zouden zijn.

Het absurde. Existentialisten zijn ertoe geneigd om de mens te zien als een wezen in een onverschillige, en zelfs hem vijandig gezinde omgeving, als vereenzaamd in een absurd universum. In dit universum vindt de mens geen betekenis van een hogere natuurlijke orde, maar moet hij deze betekenis eerder door zijn eigen daden zelf maken, hoe onstabiel en voorlopig deze creatie ook mag zijn.

De werkelijkheid om de mens heen is ook niet rationeel, dus het is futiel om te trachten daar met rationele middelen greep op te krijgen.


Visie op God. In relatie tot het al dan niet bestaan van God neemt het existentialisme twee mogelijke posities in: de theologische en de agnostische visie.

Een vroege 'existentialist' als Kierkegaard zag de relatie tot God als de existentiële vraag bij uitstek. Nietzsche daarentegen proclameerde dat 'God dood was' en dat het concept van een God gewoon verouderd was. Hoe dan ook zouden 'theologische existentialisten' zoals Paul Tillich, Gabriel Marcel, en Martin Buber heel wat van hun leerstellingen met die van het existentialisme delen.
Het agnostisch existentialisme maakt geen aanspraak over de kennis te beschikken of alles zich al dan niet in een ruimer, metafysisch kader zou kunnen afspelen. Het stelt alleen vast dat de enige waarheid waar we zeker van kunnen zijn, die waarheid is waar wij naar handelen. Te weten of er een God bestaat, ligt niet binnen de mogelijkheden van de menselijke geest. Het bestaan van de mens is in hun visie dus in de eerste plaats subjectief.


Bron: Nederlandse Wikipedia.

 

Existentialisme

Datum: 19-3-2012
Weergaven: 265
Add comment