Eilandvriend

 

Blauw repeteert stilte
over golven van zee
vrij naar zin van leven

in jouw brief
groeien huizen
naar ruimte

omgeving
stelt zich voor
aan bomen, tuinen, leegte

beweging
neemt niets terug
in kamers, zolders, kelders

op een droomminuut afstand
ligt een boot op bodemloos water
te wachten op jouw nieuwe droom.

 



 

 

Soevereine geest

 

Dapper loopt hij door de wandelgangen

met de tijger, olifant en giraffe

de woeste wolf beluistert

het verdoemde oordeel

van mensen die niet kennen

nauwelijks iets weten

of dieper willen voelen

zoals het dier, het lieve dier

 

en de woeste wolf beseft

hoe de mensen zich beperken

tot het noodlot van een wezen

in bestaansrecht niet gevonden

bijna oneindig in verwarring

bewondert hij de rillingen

het doorstaan van pijn en angst

 

in woordkeuzes gevonden

voor iedereen die werkelijk leest

verzorgt de oude wolf zijn wonden

met een soevereine geest.

 



 

 

Groot wild

 

Ooit is hij groot wild geweest

nagejaagd door boze dromen

en hij had het zo goed

met zijn kinderlijke vrijheid

en zijn dieren manieren

overal waar hij kwam

kreeg hij overtuigend zijn gelijk

tussen bittere tranen

en zijn verwarde ziel

 

een grote leegte

zonder een geheugen

bleef er over van zijn dromen

de wolf was een mak schaap geworden

die zijn behoefte deed tegen bomen.

 

 

 

Wolven geest alleen

 

In de nabijheid van geschilderde geesten,

 

om het duister te verdrijven

heeft de oude wolf

rode rozen blauw zien blozen

 

met zijn koffer op weg naar nergens

onder angstaanjagende bewolkte luchten

probeert hij werkelijkheid te ontvluchten

 

langs herinneringen, met jou in de nacht

blijft hij met zijn wolven geest alleen

niemand wacht, tijd raast voort, vaak ongehoord

hij gaat op zoek naar een prooi onder de wolvenmaan

 

het is zijn laatste nacht in de wildernis.

 

 

 

Logeerhuis

 

Zachtheid van verdoezelde woordenbeelden

ontheemde voorbeelden van prachtige dromen

die hij droomde,

 

de eenzame wolf in de maannacht

toen de wereld weer eenzaam was

in zijn wildernisverleden

van oorspronkelijke eenzaamheid

 

in die eerzucht van alleen zijn

voorbij de nachtbomen

waar we nooit gingen wandelen

 

bij het ongenaakbare van de horizon

die nacht in de logeerkamer

van het landelijke logeerhuis

 

verwarde krampachtigheid van natuur

omdat hij schaapjes moest tellen.

 

 

 

 

Intiem

 

Een uitgestrekt wit winterlandschap

schilderde hij vanaf zijn jeugd

in verte van een lange winterdag

 

en het drong niet tot hem door

dat iemand hem op afstand liefhad

maar door de dood was heengegaan

 

in het koude landschap van de ratio

bevroren zijn intieme gedachten

wolf in de nacht van het blije hert.

 


 

Woensdagochtend

 

Toen de roze wolf wakker werd

was hij zijn droom over de wildernis vergeten

een trein naar nergens, zonder treinkaartje

want hij wist nog van de nachtbomen

hij hield zichzelf een spiegel voor

maar hij zag geen geweten

de weken voor de waarheid

gaven gehoor aan zijn achterdocht

 

en eindelijk met een zeilboot

naar het eiland, kreeg hij dorst

in een hevig samen zweten.

 



 

 

 

 

Vogelverschrikker

 

In dit open veld, tussen knollen en kraaien

heeft wereldse wijsheid de vogelverschrikker

voorgoed verlaten, zijn geheugen is

niet al te best, niet alles is blijven hangen

door al het negatieve, dat hij uit de stad

heeft meegenomen, dat niet dromen

nooit meer kunnen voelen

 

het proportionele, unieke

niet herhaalbare handelen

ontkleedt zich in zijn zwijgen

onder het zicht van zijn verstarde ogen

stijgt de zon tot grote hoogte

boven dit open veld met knollen en kraaien

en een verdwaalde eenzame oude wolf.

 

 

 

Leesbaar

 

De oude wolf in zijn grijze stofjas

ziet hoe de omgekeerde bladzijde

van zijn groene natuurboek

de stilte tracht voor te blijven

en niemand, zelfs jij niet

kan zijn gedachten verstoren

 

zijn ziel dwaalt terug naar zee

en hij kijkt naar de schepen

waarvan zestien van papier

om te schommelen

op zilveren golven.

 

 

 

 

 

Droom verbaasde liefde

 

Het voorjaar kwam

voor de oude grijze wolf

met witte bloesems

en zoete seringengeur

 

in de warme avondzon

aten wij evengoed

in de tuin van dromen

wij bedreven er de liefde

 

in aardse wegen

omhelsden we compost

verheugden wij regen

en dansten tenslotte

met vrije geesten

 

rond het woordenspel

van liefde, was jij

voor even, mijn geliefde

 

een oude grijze wolf.

 

 

 

Loos

 

Hij is er altijd als je droomt,

 

vanochtend verzon hij een nacht

om te dwalen over mistige velden

achter het silhouet van een dode boom

zag hij de gezichten van de oorlog

met doden en gewonden

dacht hij zonder woorden

onzichtbaar in het nachtwoud

als ware hij zelf die duistere wolf

die de laatste hoop op vrede uitsprak

om die nacht maar niet te dromen

over honger die hem achtervolgde.

 

 

 

 

 

 

Gevaarlijke bekoring

 

Hij is wie hij zal blijven

dat moet hij zeggen

 

nu zijn vrienden zijn verdwenen

trekt hij zich terug

in gevaarlijke bekoring

van emotieloze natuur

een laatste idee in zijn denken

 

hij loopt naar de vijverspiegel

om zijn ego te ontwaren

de oude grijze wolf

in diepe sobere stilte

niemand kent zijn naam

eenzaam in zijn gedachten

 

in dit festijn van leegte

weet zijn ziel een beweging

een verzonnen dialoog

 

heeft er iemand een vraag

voor de wildernis in zijn gedachten?

 

 

 

 

 

 

 


 

Isoleercel

 

Gebroken vleugels hopeloos verbonden

met werkelijkheid van leugens en bedrog

nu de waanzin is verslonden

is de ratio tragisch droef en log

 

grommen doen de diepste wonden

alle weerzin zint op wraak

eenzaamheid in stille monden

de dokter wacht een zware taak

 

gebroken vleugels kunnen niet vliegen

over land of recht door zee

waarom de mensen steeds weer liegen

daar kan de dokter ook niets mee

 

pijnlijk stil is straks het antwoord

alle vragen overboord en onbemand

dit is het lijden in een gekkenoord

diep in de bossen van het land.

 

 

 

 

 

Telefooncel

Ik sta in een telefooncel in een land zonder naam

ik bel je op, maar je bent er niet, je zit achter een raam

ik bel iemand anders, maar ook die is niet in huis

er zit niets anders op, dan weer een avond voor de buis

 

jij staat in een telefooncel in een land hier ver vandaan

je belt me op, maar ik ben er niet, ik staar uit het raam

je belt iemand anders, maar die is er niet

er is vanavond niemand thuis.

 

 

 

 

 

 

Onbereikbaar

 

Er ligt een intellectueel eigendom
op een eiland van pijn
met mensen die hun eigen letters
zijn geworden

en ver over de zee
praten papegaaien
over heimwee

toen alles nog gelukkig was
en meubels in de kamers spraken

jij bent onbereikbaar voor mij

je zit, je staat op
je spreekt, je slaapt
je hebt een mening

maar je blijft onbereikbaar
voor mij

ik ben de stoel
de wereld

ik ben de bodem van de zee.

 

 

 

 

Parkieten achter glas

 

Spreekverbod op dwaze dagen

nu regen de wereld regeert

maar in zwijgen rijzen vragen

het omgekeerde wordt beweerd

 

de een, de ander volgt woorden

van roddelbuik en achterklap

om te leven in deze oorden

volgt waarheid stap voor stap

 

als parkieten die genieten

volgen wij het wenskompas

gevleugeld in vernieuwde dromen

zonder vrijheid, onvolkomen

 

als parkieten achter glas.

 



 

 


 

 

 

 

 

 ©

 

 

© Copyright Henk van Dijk.



 

 

 

Add comment