Antilope
Je bent wild gebleven.
Tegen beter weten in.
Angstig op de steppe.
Lopen doe je graag.
Snel en springerig.
Je gaat nergens tegen in.
Een leeuw, een luipaard, hyena’s.
Je spreekt ze niet tegen.
Je weet niet wat je anders moet doen.
Dan het op een lopen zetten.
Niemand in de buurt.
Onder een zwoele Afrikaanse wolkenlucht.
Niemand in de weide omgeving.
Om je te helpen met het zwijgen.