Loos
Je bent er altijd als ik weg droom;
Vanochtend verzon je een nacht
achter het silhouet van een dode boom
je schreef gedichten over de oorlog
doden en gewonden
zo repte jij jouw woorden
die bijna zinloos
onzichtbaar bij me bleven
nooit geschreven die brief
loze woorden, dwaze dromen
en alles naar het afvoerputje
als ware ik het zelf die persoon
die de laatste zucht uitblies
in armoede en bittere ellende
om die nacht maar niet te dromen
over wat het noodlot voor mij in petto had
zo nodeloos groot was mijn verlangen
naar hetgeen dat jij verloren had.