Rimpelwoud

We beklimmen samen
in een droombestaan

dode bomen
geworteld
in een oneindig bos
waar klatergoud lokt
voor de verloren kinderen

je laat mijn hand niet los
peutert handig uit jouw neus
roept wat vlinders om versterking

en in het bij je zijn klinkt een lied
over hoe jij jezelf bent gebleven
onder het maanlicht
van de nacht
ben jij de mens
die jij voor ogen ziet

we huilen samen, drinken bier
het gevoel wil maar niet wijken
omdat de horizon weer hoopvol wordt
in de kleine gebaren rond jouw grijze haren.

 

Schrijver: Jeroen Splinterman

Add comment