Bloeiloze bloemen

 

Hij zal haar niet verlegen benaderen
niet in nabije toekomst of in dromen
hij sluit het boek halverwege
zonder verleden in het heden.

De donkere nacht valt in vertrouwen
onder lichte zomersterren
van voortijdige droeve stilte
geen heimwee en geen verlangens.

Hij leeft nauwelijks een leven zonder haar
er is geen biefstuk, geen genadebrood
er zijn geen vegetarische snacks.

Hij blijft zoals hij is
als een bloeiloze bloem
neigt naar beneden
ongenaakbaar, levenloos

alleen diep begraven
zinloos, buiten adem, broos.

Hij zal haar niet benaderen.
Zij zal hem mij nooit benaderen.

Zij blijven allebei eenzaam zonder elkaar
bloeiloze bloemen in de verlaten vallei.
 


© mobar

 

 

 

 

 

 

Add comment