april 1986
Het lievelingslied van Emma was ongetwijfeld Mr. Tambourine Man van haar beroemde held Bob Dylan;
Hey, Mr. Tambourine Man, play a song for me
I'm not sleepy and there is no place I'm going to
Hey, Mr. Tambourine Man, play a song for me
In the jingle jangle morning I'll come following you
Ze zong het dikwijls luidkeels mee, wanneer ze de oude grammofoonplaat draaide. Ze had er zelf een Nederlandse vertaling van gemaakt die ze zong terwijl ze zichzelf begeleidde op de piano.
Emma Petronella had veel boeken gelezen, soms las ze wel acht verschillende boeken per nacht. Je kon het zien aan haar ogen en aan de manier waarop ze bewoog en haar halfzware Samson shagsigaretten op stak. Overal stonden asbakken, overal lagen boeken met bladwijzers om aan te geven waar ze was gebleven. Ze zeemde de ramen niet meer zelf, dat deed Jan Boter voor haar. Het waren kleine, door de rookaanslag bruin geworden raampjes.
Ze had er moeite mee gehad dat Bjarne Gosse ouder werd en ze trok zich steeds meer terug in haar wereld van boeken. In haar tot woonpaleis omgebouwde woonkamer hield ze er een uitgebreide correspondentie op na. Door de hoge ramen viel het maanlicht schuchter naar binnen tussen de rookwolken die ronddwaalden in de ruimte waarin zij haar leven doorbracht.
Wanneer Jan Boter aan de deur kwam met de dagelijkse fruitsalade keek ze hem weemoedig aan gekleed in nachtjapon en met donkere wallen onder haar ogen. Jan Boter vroeg of ze zin had om een keer te gaan wandelen in een natuurgebied, samen met de dierenkenner Joop van Teil, die voor een weekend bij Jan Boter logeerde. Dat aanbod sloeg ze af, ze moest en zou een aantal boeken uitlezen, desnoods door in de nacht door te lezen, totdat er alleen nog maar fictieve personages bestonden, die voor haar tot leven kwamen.
Bjarne Gosse voelde zich machteloos tegenover zoveel literair geweld. Je kon geen normaal gesprek meer met haar voeren. Onder iedere zin zat er een addertje in het grasland.
En als ze dan eindelijk uitgelezen was, kwam haar muze Bob Dylan weer met zijn ellebogen op de salontafel leunen. Ze kon mensen zwijgend beroemd maken door te dwalen met de maanlichtvriend onder de schaduw van haar boekenkast.
Jan Boter en Joop van Teil hadden een mooie dag in de polder, met als hoogtepunt een voorbijvliegende torenvalk.
Bjarne had onverwacht bezoek gekregen van Maarten Wolvenknaap. Het was een korte intensieve ontmoeting. Bjarne wist niet of hij de juiste dingen had gezegd. Maarten was vader van een zoon geworden, maar hij leefde niet samen met zijn vriendin en het kind.
Hey, Mr. Tambourine Man, play a song for me
I'm not sleepy and there is no place I'm going to
Hey, Mr. Tambourine Man, play a song for me
In the jingle jangle morning I'll come following you
Door de transistorradio van Bjarne klonk de uitvoering van The Byrds.
Zomer 1986
Sam Cooke had een grote hit in de zomer van 1986. “Wonderful world “ was vaak op de radio te horen. Ook Madonna liet van zich horen met de radiohit “Papa don’t preach”.
De situatie in het gezin waar Bjarne uit afkomstig was, zorgde voor zware omstandigheden in het leven van Bjarne.
De drang om te schrijven was voor Bjarne een urgente noodzaak geworden. De knipperlicht-relatie met in Amsterdam met zijn geliefde Trudy Mol bracht veel spanning met zich mee. Ze was er nooit wanneer hij haar nodig had en wanneer zij er wel was, was ze hongerig en op zoek naar ontspanning. Ze leefden te verschillend om tot een opbouwend iets te komen.
En toch bleef Bjarne belangrijk voor Trudy, die drie jaar jonger was dan Bjarne. Ze vertelde hem verhalen, liet hem reflecteren op haar avonturen en deelde geheimen waarover niemand iets mocht weten. Het was jammer dat de interactie tussen de twee jonge mensen zo wisselvallig was. Ze beloofden allebei beterschap, een betere relatie, een betere vriendschap, maar het bleef bij proberen en dan weer hard op de muil gaan.
Het was die zomer dat Bjarne ondanks alles toch weer over intimiteit met een man begon te denken. Hij had alles geprobeerd om de verblijfplaats van Kees te achterhalen. Het boek leek gesloten, nergens was de heer Broodakker, totdat Bjarne een korte brief kreeg met een zeer gesloten karakter.
“Ik heb me aangesloten bij een sekte, ik kan je niet vertellen, waarom en waar ik verblijf. Misschien later, wanneer ik alles kan vertellen, kunnen we elkaar weer ontmoeten. Leef in de tussentijd het leven zoals jij dat wilt.”
Opnieuw klonk door de radio “Wonderful world”. Bjarne probeerde het gevoel te begrijpen. Zo slecht was het allemaal niet, het kon altijd slechter. Het was een mooi lied vol troost. Bjarne zette het geluid van de transistorradio iets luider.
“Don't know much about history
Don't know much biology
Don't know much about a science book
Don't know much about the French I took
But I do know that I love you
And I know that if you love me too
What a wonderful world this would be “
De telefoon rinkelde. Het was Trudy. Eindelijk.
Herfst 1986
In de herfst van 1986 verbleef Bjarne soms uren of hele avonden in zijn fantasiestad Amsturia, waar schilders aan het werk waren met het vol kladderen van grote vellen papier. Het was een experimentele periode, waarbij Bjarne zich dikwijls afvroeg wat de zin was van het leven. Waren er verborgen geheimen die hij over het hoofd had gezien. Had hij zich niet beter bij een club of een vereniging aangesloten, desnoods een stichting. Wat had hij over het hoofd gezien, door zo tussen de wal en het schip te raken. Moedeloos was de abstractie in zijn gedachten, het gevoel van onthechting dat hij zo nodig had voor het werken met verf. Het was niet allemaal goud wat er blonk.
Er waren ook zware schaduwen, voortgekomen uit de zwaarte van zijn rugzak, nu hij weer terug was in de hoofdstad. De punkperiode was voor hem allang voorbij. Het was dat Trudy er zo aan vasthield met haar kenmerkende vastberaden karakter en haar feilloze wil tot expressie.
De bladeren vielen massaal naar beneden uit de bomen, die soms verbleven in dromen. Bjarne maakte ook een soort van val door, naar een nog onbekende diepte. De onthechting betekende dat hij voorlopig was verdwaald. Hij koesterde hoop, daar was het niet om te doen. Hij was niet iemand die prat ging op zijn negativiteit en fatalisme. Misschien had het lot nog een verassing voor hem in petto en kon hij daar met zijn pientere zelf een voordeel uithalen.
Amsturia was een leuke stad om in te dromen. De mensen waren er zelden asociaal, zoals in de werkelijkheid wel dikwijls het geval was.
De relatie met Trudy leek beëindigd door een onnozel toeval. Een gebeurtenis waar Bjarne getuige van was. Hij betrapte haar tijdens een sadomasochistische sessie met haar lesbische vriendin Belinda in de kelder van het kraakpand in de binnenstad.
Ze had hem al die tijd bedrogen met haar verhalen dat hij de enige was met wie ze seks had. Bjarne schrok ervan om de twee vrouwen zo bezig te zien. Met zijn staart tussen zijn benen droop hij af, de trap op naar de stoep. Een week later vertrok Trudy Mol met haar lesbische vriendin Belinda voor een maand naar het Oost Europese Roemenië. Ze ontmoette daar een jongeman, een donkerblonde schaapherder waar ze smoorverliefd op werd. Ze schreef Bjarne nog een drietal dramatische afscheidsbrieven en toen leek het voorbij, hun onstuimige rebelse relatie.
De gedachten van Bjarne gingen naar Kees Broodakker. Hoe zou het met hem gaan tijdens deze allesomvattende crisis? Had hij het geluk dat hij nog werk had of was hij niet zoals Bjarne Gosse op zoek naar een betaalde baan? Bjarne had geen adres, geen telefoonnummer. Hij wist dat Kees niet langer in Amsterdam woonde en waarschijnlijk in Rotterdam verbleef. Wat kon Bjarne doen om weer met hem in contact te komen? Ja, hij wist dat Kees in een sekte zat, maar welke, wat en waar, daar wist hij weinig over.
Bjarne las de brieven van Trudy Mol nog eens goed en besloot ze toen te verscheuren. Weer moest hij een hoofdstuk in zijn leven afsluiten om op zoek te gaan naar de toekomst. Spoken uit het verleden bleven hem bezoeken.
Er stond nog een restje koude kalkoen in de koelkast, heerlijk met een likje mayonaise en een cassette bandje met snoeiharde punkmuziek.
Zout en dromen verdroegen elkaar slecht. Misschien moest Bjarne het leven af en toe wat vaker met een korreltje zout nemen en niet proberen alles te begrijpen. Niet alle vrienden en vriendinnen waren er voor zijn hele leven, van sommigen moest je gewoon wat eerder afscheid nemen.
Schrijver: Bjarne Gosse