Zomer 1995

 

Elke regel die je schrijft gaat rechtstreeks naar mijn hart. Dit zijn geen overdraagbare emoties. Ik hou zoveel van je mijn lieveling. Al mijn vrije tijd denk ik aan jou, aan je glimlach.
Je bent een oprecht en aardig persoon, dus ik ben blij om met je te communiceren!
Het is moeilijk om vrienden te vinden in onze gemeenschap. Je begrijpt waarschijnlijk zelf waar er discriminatie tegen homo's is.
Je kunt dus zeggen dat ik geen vrienden heb, er zijn alleen vriendinnen.
Heb je vrienden? En hoe verhouden zij zich tot jouw oriëntatie?
Ik denk dat het nog te vroeg is om over seks te praten. Laten we hier even de tijd voor nemen.“

Bjarne nam een slok van zijn thee en ging verder met lezen van fragmenten uit het verhaal.

“Ik ben in een ongelooflijk goed humeur vandaag. Ik werd vroeg in de ochtend wakker met gedachten aan jou en realiseerde me dat mijn lichaam al wakker was geworden omdat er iets uit mijn onderbroek stak. Toen ik masturbeerde, stelde ik me je voor. Ik dacht dat je hand het deed en ik kan mijn gevoelens niet overbrengen als ik klaar ben. Het spijt me voor zulke details, maar ik heb al gezegd dat ik mijn emoties en verlangens niet kan verbergen. Ik wil je nog veel meer vertellen, maar woorden in een brief kunnen mijn echte gevoelens niet overbrengen.
Zo te zien ga jij ook een drukke dag tegemoet. De garnalenspecialiteit klinkt ongelooflijk, ik weet zeker dat je ex-vriend veel moeite heeft gedaan om het voor je te maken. En natuurlijk een leuke tijd met vrienden die je komen helpen in de keuken.”

Het was een zomermiddag in het jaar 1995. Met nieuwsgierigheid las Bjarne de passages uit de nieuwe roman van Violette Zandheuvel nogmaals over. Hij voelde nieuwe emoties in zich opkomen. Het verhaal ging over de prille liefde tussen een oude Hollandse dichter en een charismatische talenstudent uit Kazachstan, die in de avond als ober werkte in een restaurant.

“Het is heerlijk weer een levendig bericht van jou te ontvangen en ook het komische filmfragment weet me te bekoren met een begeerte die verder gaat dan alleen vriendschap.
Ik mag mezelf gelukkig prijzen dat ik jou, mijn lieve tijgerwelp uit Kazachstan, in mijn leven ben tegengekomen. Het lijkt me heerlijk om op jouw toverfluit te musiceren en je te laten genieten van mijn aanhankelijke liefde. We zijn allebei gewone mannen, de liefde heeft ons samengebracht.”

Vijf zomerse middagen had Bjarne nodig om het boek uit te lezen. De laatste bladzijde las hij met een brok in zijn keel.
Een week later kwam Astrid op bezoek. Om bij te praten over het leven op de kunstacademie.


Herfst 1995

 

De herfst van 1995 stond in het teken van de depressie van Emma Petronella. Door een lekkage in de kelder van haar riante leefzaal was de houten vloer onder water komen te staan. Ze bleef er stoïcijns onder, liet het water dagen staan zonder zich om de gevolgen te bekommeren.

Jan Boter was voor een literaire bijeenkomst in de Verenigde Staten. Het waren de buren van het Leger des Heils die onraad roken en hals over kop Berend waarschuwden dat er iets mis was bij Emma Petronella in huis.
Op dat moment logeerde Bjarne bij Berend in Utrecht. De beide mannen besloten met enige haast naar de woning van Emma te vertrekken.

Ze zag er vreemd uit toen ze bij de deur stond. Haar gezicht was sterk vermagerd en ze had een vreemde blik in haar groen grijze ogen, die voorheen altijd zo scherp keken naar de wereld om haar heen.

Bjarne en Berend namen de situatie op. Berend dook de kelder in om de lekkage op te sporen en Bjarne begon te dweilen. Na uren werk ontstond er een situatie die bizar was. In plaats van Berend en Bjarne te bedanken voor de spontaan geboden hulp begon Emma Petronella een intrigerend verhaal over haar muzikale held Bob Dylan te vertellen.

Ze dronk niet meer. Bjarne twijfelde of Emma nog in god geloofde. Ze stak de ene sigaret na de andere op. Ze slikte geen medicijnen en ze was in redelijke lichamelijke gezondheid. Het was een depressie die niemand had zien aankomen. De hele dag lag ze op haar bed in de woonzaal om er te staren naar de muren, de spiegels, om er te luisteren naar de muziek van Bob Dylan.

In oktober werd Bjarne drieëndertig jaar jong. Voor zijn verjaardag kreeg hij een boek van Jan Boter. Hij las met veel plezier het eerste hoofdstuk.
Een regenachtige herfstavond in november 1995 bracht hem ertoe om met het tweede hoofdstuk te beginnen:

“Elk weekend bezoek ik mijn oma in het dorp. Ik help haar met het huishouden omdat ze verschillende dieren en een grote tuin heeft. Waar het nodig is om te helpen opruimen, en in het voorjaar om groenten, aardappelen en vele andere dingen te planten. Dankzij haar heb ik altijd vers groenten in huis, evenals vlees en eieren. Hou je van je eigen producten of koop je ze liever? Waar koop je het vaakst boodschappen?“

 


 

 

 

 

 

Schrijver: Bjarne Gosse

 

 

Add comment