Toespraak tot het plafond

ooit was de dolfijn een landdier
het wandelde rond en haalde adem
onder druk van de weersomstandigheden
werd de dolfijn in luttele millennia
richting het water gedreven
de eens volgroeide poten werden korter
en korter tot ze nagenoeg verdwenen
wat de dolfijn aan het bestaan
op het droge overhield waren de longen
evolutionair gezien is dat raar want
wat moet je daarmee onder water
vermoedelijk gaat het om een functie
die nuttig is zij het indirect - denk
bijv. aan lichaamshaar, blindedarm
staartbeentjes of in breder verband
het blijven voortbestaan van dichters -
misschien is het evolutionaire voordeel wel
dat het de dolfijn in staat stelt van tijd
tot tijd aan de oppervlakte te komen
boven het water uit te springen
en een blik te werpen op de blauwe
of sterren- of wolkenlucht
en de kust

---------------------------------------------
uit: 'Bij eb is je eiland groter', 2010.

 

Schrijver: K. Michel

 


 

 

Alsof je er niet bent

 

Zoals er eerst een onbekend geluidje start
zonder dat je schrikt,
zo wil ik dat je reageert
en poëzie klinkt.
Het verzetten van een stoel,
hanengekraai,
blurpen van een onvermoede afvoer,
de kuch van een ziek kind
naast je op een bank.
Ook als het stormt
versnelt, verhevigt de wind.
Van jou verlang ik het
omdat ik je het dichtst in mij voel
wanneer ik net kan doen alsof.

-----------------------------------------------------
uit: 'Het wasgoed van een onbekende jongen', 1999.

 

Schrijver: Willem de Geus


Een stuk taart

Je bent maar weinig ouder geworden, geloof ik,
de stap van je metgezel is aarzelend, zo is de gezondheid ook,
de tijd is voorbijgegaan, maar niet als vergelijking,
zij is echt voorbij, als een kleine kop koffie,
een stuk taart, dat men heeft opgegeten,
of misschien weggegooid.

Je bent maar weinig ouder geworden, geloof ik,
je vijfenzestigste verjaardag is geen grap,
maar wel grappig, want de tijd is voorbijgegaan,
als een kleine kop koffie, en we leven nog steeds.
Aarzelend. Maar zo is de gezondheid. Dit heb ik
toch al gezegd.

Ik ben ouder geworden dan jij, in vijfenzestig jaar.
Hoe ben je niet veranderd?
Hoe is je metgezel niet veranderd?

Een gedicht is niet genoeg voor een leven. Maar meer mag je
niet van me verwachten,
het is warm, ik weet niet genoeg. Ik ben veel vergeten.
Laten we het stuk taart opeten, want je bent
weinig ouder geworden.

---------------------------------------------
uit: 'Waar hij zijn jas hangt', 2006.

Schrijver: Rogi Wieg

Add comment