.
Om zich met schoon gebaar op mij te wreken
die duizendmaal hem waagde te weerstreven,
.
Het was de dag waarop de zon haar stralen
uit deernis met haar Schepper tanen liet,
.
Hij die oneindige voorzienigheid
in al zijn wondere werken openbaarde,
.
Mijn dol verlangen is op hol geslagen,
.
Vraatzucht en slaap en 't luie bed van veren
hebben de deugd uit de wereld verjaagd;
.
Als ooit mijn leed en mijn verdriet gedogen
dat ik dit droef bestaan zolang behoud
.
De grijsaard gaat zijn weg door dag en nacht
.
Een storm van zuchten houdt mijn hart bevangen,
.
Als ik mijn blik gericht heb naar de zijde
waar uw geliefd gelaat verblindend licht
.
Ik schaam mij vaak als ik wéér moest versagen
uw schoonheid eer te doen in mijn gedicht,
.
Reeds deed de liefdesster haar pracht herleven
.
Alleen en peinzend ga ik door de dreven
.
Als ik gedacht had dat de dood mijn hart
.
Ik vrees de aanval van die schone ogen
.
Als vuur nooit vuur tot stilstand heeft gebracht
.
Nooit kon Diana zó de man behagen
.
Daar op haar voorhoofd Liefdes vendel stond
.
Gezegend zij de dag, de mand, het haar
.
Heer van 't heelal, na de verloren dagen,
na al die nachten van waanzinnigheid,
.
Ik was op Amors aanval niet bedacht,
die vrijdag, toen zijn pijlen mij doorstaken
.
Ik ben zo moe onder de zware vracht
van 't oude leed
.
De schone vrouw die jij zozeer beminde
.
Weent, vrouwen, weent, en laat ook Liefde wenen
.
Vaak zie de Liefde mij: 'Wil toch bewaren
.
O, als ik ooit zo goed in verzen dwing
al wat ik in mijn hart bedwingen moet
.
Nieuw engeltje dat uit de hemel daalde
.
Het treurig lied dat mij gedenken deed
.
Zeventien jaren zijn er reeds verstreken
.
Als dit geen liefde is, wat is het dan?
.
Ik heb geen vrede en ik kan niet strijden
.
Ik zag op aarde onaardse lieflijkheden
.
Liefde, die 't diepst van mijn gedachten ziet
.
Vol smachtend peinzen dat mij wijken doet
.
Reeds dikwijls gaf haar schoon gelaat mij in
.
Door duistere en dicht beboste streken
.
Op duizend heuvels en langs duizend beken
.
Niet slechts één hand, zo wonderschoon ontbloot
.
Zo rijk door Liefdes gunst en Lot bedeeld
.
Ik denk in dromen mijn geluk te vinden
.
Hoe vele mooie, liefelijke vrouwen
.
Liefde, ik faal, daaraan is geen ontkomen
.
Mij drukt het kwaad, maar erger zal ik dragen
.
Steeds als ik sliep, heeft zij in zoete dromen
.
O treurige en gruwelijke wanen!
.
Ach mooi gelaat waarin de ogen straalden
.
Zie ik Aurora uit de hemel dalen
.
De ogen die voor mij bezielend waren
.
Vallei, vervuld van mijn bedriefd geween
.
Is dit het nest dat eertijds zag verschijnen
.
.
Ga naar de harde zerk, o droef sonnet
.
Ik zie haar steeds, want zij wordt nimmermeer
.
Soms denk ik reeds de afgezant te horen
.
Jij dolend vogeltje dat zwervend zingt
en weeklaagt over de vervlogen tijden,
.
Vaak toont de spiegel, die ik vertrouw als géén,
mijn matte geest en mijn verdomd gelaat,
.
Bedroefd zie ik hoe ik mijn welzijn schaadde