oktober 1984

 

Het was volop herfst in Utrecht. Gerard Vroeg belde Bjarne. Gerard was hoorbaar van streek. Een goede vriend van hem had zelfmoord gepleegd. Zichzelf opgehangen aan een boom aan de oever van de rivier. Hij had geen zin meer om verder te leven. Bjarne probeerde Gerard gerust te stellen, maar hij voelde dat het niet tot hem doordrong. Hij moest hem alleen laten met zijn intense verdriet.

De diva van Bjarne had hem al die tijd weten te manipuleren met haar mooie praatjes en bewondering voor zijn jeugdige naïviteit. Bjarne dit en lieve Bjarne dat had het geklonken. Hij adoreerde haar, haar schoonheid, haar innerlijk, haar erudiete belevingswereld en kennis van culturele zaken. Ze was behalve minnares ook leermeesteres geweest in allerlei voor de mens gevoelige zaken. Ze was zo anders dan de mensen die hij uit zijn jeugd gewend was. Vrijzinnig met kennis van zaken en belezen. Soms dacht Bjarne dat ze alle boeken op de wereld had gelezen, maar dat kon natuurlijk niet. Zo dom was hij ook weer niet. Ze had hem betoverd, niet alleen voor de lusten, maar steeds vaker voor de lasten.

Bjarne Gosse had wel een vermoeden dat er andere mannen in het spel waren, maar hoe kon hij weten dat het er zoveel waren en in dezelfde tijdspanne van hun mysterieuze relatie. Bjarne wist niet wat hij ervan moest denken. Hij kon haar niet veroordelen, daarvoor was ze hem te dierbaar. Op de een of andere manier voelde hij zich gebruikt. Maar hij was er toch zelf bij geweest. Het was zijn eigen keuze. Hij hield van haar verhalen en erudiete vertelkunst. En hij had zeker ook van haarzelf gehouden, haar mysterieuze karakter, de manier waarop ze in het leven stond.

Bjarne kon zich maar op één ding tegelijk concentreren. De brieven zouden wel drogen en de geur van de pis van Frits deed sterk aan haar favoriete parfum denken. Het was beter dat hij niet liet merken dat hij overal achter was gekomen. Dat hij alles wist tot aan de meest intieme details.

Bjarne dirigeerde Frits de zwarte kater de slaapkamer van zijn hospita uit. Dit was voortaan hun geheim dat ze samen zouden bewaren Frits en Bjarne. En misschien zou hij er Kees ook ooit over kunnen vertellen als hij weer eens iets laat horen. Bjarne had nog geen inspiratie gevonden voor nieuwe gedichten en Kees had zelf ook niets meer laten horen. Hoe zou het met hem gaan?

Buiten barstte er een onweer los. Bliksem, donderslagen, de weergoden lieten nogmaals merken dat we maar gewone stervelingen waren. Aardse stervelingen met een eigen wil en verstand.

Steeds vaker begon Bjarne te twijfelen of zijn vriendschap met Maarten Wolvenknaap stand zou houden. Het beviel Bjarne voor geen meter dat hij steeds contact had met duistere figuren uit de onderwereld. Zijn plan om in korte tijd veel geld te verdienen was uiterst verwerpelijk. Bjarne moest zijn best gaan doen om Maarten te overtuigen er van af te zien.

Voor Gerard Vroeg was het misschien al te laat. Hij schreef Bjarne de laatste tijd verwarrende brieven. Hij dacht na over het leven op een vreemde manier.
Hij stuurde Bjarne een verhaal op, de rottweiler en het Kaapse viooltje. Het was een bizar verhaal over een trouwe viervoeter en een onschuldige plant. Bjarne las het drie keer voordat hij het begreep. Hij was op zoek naar huiselijkheid en dacht er over een hond en een plant aan te schaffen. Maar de hond en de plant konden het niet goed met elkaar vinden. En van het een kwam het ander.

 

 

 


november 1984 1

Het is heerlijk om een domme man te zoenen”. De openingszin van de nieuwe roman van Jan Boter maakte Bjarne nieuwsgierig naar het verdere verloop van het verhaal. Hij had het boek van Jan Boter zelf cadeau gekregen als dank voor de hulp bij de inrichting van zijn terras. Helaas had Bjarne nog niet de tijd gevonden om het hele boek te lezen.

Uiteindelijk kwam de excuusbrief van dierenjournalist Joop van Teil aan de menselijke Bjarne Gosse nogal absurd over. Het was een langdradige tekst in wollige ambtenarentaal, hier en daar nauwelijks te begrijpen. En het gedrag van de mens vergelijken met dat van apen, dat was voor Bjarne een brug te ver.

De rijpe dame Emma Petronella gaf de dappere Bjarne een klein gedeelte van de energie, die ze had opgedaan in de jaren zestig. De roerige jaren zestig, toen ze tussen de hippies voor het eerst in de liefde verbleef.
Warme liefde. De tegenslagen van de jaren zeventig, de oliecrisis en de autoloze zondagen, alles kwam in haar liefdevolle energie voor de jeugdige Bjarne terecht. En het was niet toevallig dat Bjarne er met volle teugen van genoot.
De donkerblonde Bjarne was het wilde avonturenpaard aan haar teugels. Zij was zijn strenge en altijd erudiete meesteres, die hem een weg door de stedelijke wildernis bood. Een waardevol leven, tussen de verwarde uitgaanstypen en verdwaalde leeftijdgenoten.
Door haar drukke bestaan had ze weinig huiselijkheid te bieden. De enige huiselijkheid die er was, werd verzorgd door Frits de zwarte kater, die Bjarne verzorgde met gekookte vis. Ze was dikwijls van huis en dan was Bjarne de enige menselijke bewoner van haar imposante herenhuis.

Ze beleefden samen de zwoele reggaeklanken van de jaren tachtig. Ze was altijd op zoek naar een ander ritme, dikwijls vonden de twee geliefden die in het romantische liefdespel. De jeugdige Bjarne Gosse was niet altijd onderdanig, soms was het alsof het ritme van hun allebei was, en dat ze daar geluk in hadden gevonden. Ouder en jong, wat deed leeftijd er toe.

Natuurlijk draaide het niet alleen om de seks en was het ook een erotisch spel van de geest, maar het was wel het belangrijkste onderdeel van deze geheime relatie.
Ze had een zwak voor de nieuwste Italiaanse damesmode. Af en toe kocht ze een dure jurk. Dat was een lichtpunt in de relatie die langzaam maar zeker steeds meer schaduwkanten begon op te werpen.

Emma koos de kant van de verwijten. Ze werden steeds grimmiger en meedogenlozer. De jeugdige Bjarne was nog bezig het allemaal een plaats te geven. Dankbaar om wat het hem allemaal aan wereldse belevenissen had gegeven, verward over hoe het zo mis had kunnen gaan. Hij wist dat ze een minnaar in Italië had. Een rijke zakenman die voor haar schoonheid viel.

Uiteindelijk viel de excuusbrief van dierenjournalist Joop van Teil bij Bjarne in goede aarde. Binnenkort was de nieuwste roman van Jan Boter het nieuwe leesvoer voor de altijd nieuwsgierige Bjarne.


november 1984 2

Het was een fraaie najaarsdag in de provinciestad Utrecht. De stad waarin Bjarne op kamers woonde bij zijn wispelturige hospita Emma Petronella. Hij was geslaagd voor de eerste herexamens. Dat was een opluchting.
Hij was verward over de liefde. De tanende gevoelens voor Emma, die steeds meer een schim van zichzelf werd en de onbeantwoorde gevoelens voor Kees Broodakker.

Het boek van Jan Boter had nog niet teleurgesteld. Maar Bjarne had alleen maar het eerste hoofdstuk gelezen. Hij wist nog niet dat er verderop in het boek een personage voorkwam die verdacht veel op hem leek.
Het najagen van de hersenschim van liefde die de jeugdige Bjarne Gosse in zijn dromen had gevonden had behalve nadelen ook voordelen.
Zo hoefde hij zich niet bezig te houden met de internationale politiek. Hij volgde het wel maar hij had er geen commentaar op. Het boeide hem zolang het hem niet van zijn bezigheden hield.
Met de nationale politiek was het niet anders gesteld. Hij liet zich op de hoogte brengen, er gingen geen momenten ongemerkt voorbij, maar Bjarne werd er niet warm of koud van, en hij deed er geen dingen door die hij anders niet had gedaan.

Bjarne Gosse had zijn eigen dromerige biotoop, met vogels die niet tam konden worden, wolven die achter muziek aan liepen en uilen die muizen vingen in de droomnacht. Er waren kleine restanten van het zuchtend landschap tussen zijn prullaria te vinden. Een paar woorden die hij op had geschreven toen hij van het nachtleven in Utrecht hield. Een pijnlijke gedachte die hij had toen hij de route langs het water fietste en de spreeuwen in de bomen zag. Notities die hij later kon gebruiken als aanleiding voor een gedicht.

De gesprekken met zijn vrienden Maarten en Gerard spookten door zijn hoofd. Hij moest denken aan het boek van Sander Trilstand en aan de boeken van Karel Krampool. Er waren inktzwarte duisterwolken die intense schaduw wierpen op het dansende verleden. Dan zag Bjarne de pijn op een manlijk gezicht met herinneringen van gestorven familieleden en huilende kinderen op de begraafplaats.

Het krassen van de kraaien zat ook in de muziek van zijn huurkamer. Het wisselde de korte verhalen af met een roep uit de natuur. Het nodigde uit om iets over zijn leven te vertellen onder de oppervlakte laag waarover iedereen al wist.

Maar Bjarne Gosse kwam weer in zijn eenzaamheid uit bij contacten die hij had verloren en die zich niet meer zouden herstellen omdat de emotie te hevig was geweest en nooit in een mildere vorm terug kon komen.
Bjarne Gosse hield zichzelf vast aan de daadkracht van zijn favoriete schrijvers. Zij lieten zich niet door stemmingen verstoren maar gingen stug door met de opdracht die ze hadden.


november 1984 3

Daar waar dwaze vertellingen waren in zuchtend landschap van andere verhalen kwam ze hem tegen, zwerver in zijn onderbroek. Ze wist dat hij arm was, dat hij niet veel geld had om van te leven. Onderweg, ze was op weg naar bezieling, zoals dat zich liet voelen, nu de reis zich moest voltooien.”
Bjarne Gosse las de beginregels van het nieuwe verhaal van Alfons Bortano aandachtig.

Jan Boter, Karel K, Alfons Bortano en andere schrijvers, ze bleven doorgaan met schrijven. Onverschrokken terwijl de crisis steeds heviger toesloeg in de maatschappij en vooral de arme mensen trof, die toch al zo weinig hadden meegekregen van de welvaart waarin de meerderheid mocht leven.
Er waren geen bruggen die Bjarne Gosse kon verzinnen om de afstand naar de werkelijkheid te verkleinen of zelfs maar begaanbaar te maken. De melancholie had hem overvallen als een beklemmende zoet hangende mist. Achter de wolken klonk het geluid van een mondharmonica. Een melancholieke melodie. Er daalde een man de berg af en hij liep Bjarne tegemoet op blote voeten.
Bjarne Gosse was weer terug in zijn dromerige biotoop in afwachting van wat de muzikanten kwamen vertellen.

Vreemd was het dat Kees Broodakker niet van zich liet horen en dat Emma veel langer in het Duitse Berlijn bleef dan was afgesproken. Bjarne liep wat vaker door de straten van Utrecht om zich te ontspannen.

Deze fraaie herfstmiddag kwam hij de aantrekkelijke Italiaanse vriend van Peter Halm tegen. Bjarne Gosse had hem een keer eerder vluchtig ontmoet toen Peter hem aan hem voorstelde. Hij herkende Bjarne meteen. Hij zag er modieus uit met zijn stoere jasje van Italiaanse snit. Een goed verzorgd kapsel met mooie donkere golvende haren. Zijn oogopslag was indringend, maar wanneer hij glimlachte, en dat deed hij vaak, was er een glunder te zien die aandoenlijk was. Ogen vol met levenslust.

Gianluigi was enthousiast. Hij sprak nog geen perfect Nederlands, maar wist zich met veel handgebaren verstaanbaar te maken. Het was duidelijk dat hij Bjarne iets moest vertellen, maar het werd niet helemaal helder wat dat dan was.

Gianluigi nodigde Bjarne uit om in een kroeg een kop koffie te drinken samen. Bjarne aarzelde, maar Gianluigi wist hem te overtuigen. Hij was een charmante verschijning, met zijn mooie kleren en knappe uiterlijk.

Ze gingen op zoek naar de dichtstbijzijnde kroeg. Toen ze in een kroeg koffie aan het drinken waren kwam het er plotseling uit.
Gianluigi was vreemd gegaan. Met emotionele bewoordingen maakte hij Bjarne duidelijk dat hij zich schuldig voelde tegenover Peter, die het onmiddellijk uit had gemaakt toen de waarheid boven tafel kwam.
Bjarne had met de aantrekkelijke Italiaanse Gianluigi te doen. Hij was een knappe kwetsbare man met een jongensachtig voorkomen. Een jaar of vijf, misschien zes jaar ouder dan Bjarne. Bjarne hoorde het hele verhaal aan. Gianluigi was zichtbaar opgelucht dat hij wilde luisteren. Het werd laat. Ze dronken nog een Baileys. Gianluigi begon met zijn benen tegen de benen van Bjarne te wrijven.
“Ik moet nog studeren Gianluigi, ik moet nu gaan, ik denk dat Peter wel bijdraait”, zocht Bjarne als excuus. Hij zag een glimlach op zijn gezicht. Ze gaven elkaar een hand en Bjarne ging weer terug naar zijn kamer om Scheikunde te studeren voor het herexamen.


 

 

november 1984 4

 

Het was jammer dat Bjarne Gosse geen tijd meer had om gedichten te schrijven. Er broeiden allerlei mooie zinnen in zijn hoofd. Hij moest voor het herexamen slagen.

Terwijl hij naar zijn schrift staarde begonnen zijn gedachten te dwalen. Hij had al een tijdje niets van de arme Gerard Vroeg gehoord. De laatste keer dat Bjarne hem zag had hij de was voor hem gedaan in de wasmachine van Emma, omdat hij geen geld had voor de wasserette en zijn baas hem had ontslagen vanwege zijn excentrieke uiterlijk.
Je hoefde in het leven niet diep in de ziel te kijken om te voelen dat de maatschappij met al zijn aardse tekortkomingen onrechtvaardig was. Nergens was er gelijkheid, er waren zelfs vele mensen die er op kikten om op andere mensen neer te kijken. En toch moest iedereen met dat verrotte systeem meedoen om niet als buitenbeetje te worden bestempeld. In het kielzog van de economische haast versplinterde de medemenselijkheid steeds verder uiteen. Overal werden er zondebokken gezocht, dat was al eeuwen zo, al lang voordat de berggeiten naar de stad trokken om er brood te eten in plaats van gras.

Bjarne Gosse had er bewondering voor dat Gianluigi zo emotioneel over zijn schuldgevoelens had durven te vertellen. Onder de indruk van zijn verschijning was Bjarne en hij had het gevoel dat Gianluigi met hem was gaan flirten. Gianluigi had hem gevraagd om zondag iets in een andere kroeg te gaan drinken. Bjarne had al min of meer ja gezegd. Scheikunde was een ingewikkeld vak. Hij moest zich beter concentreren.

Nog voor dat hun afspraak wellicht door zou gaan kwam Bjarne de Italiaanse Gianluigi opnieuw tegen op straat. Hij droeg een grote tas. Enthousiast kwam Gianluigi naar Bjarne toe gelopen en wees naar de tas en zei:
“Wasmachine”
“Wasmachine”vroeg Bjarne, “volgens mij is het een tas”
Bjarne was in de veronderstelling dat het Italiaanse woord voor tas misschien op wasmachine leek.
Gianluigi begon te lachen en zei toen.
“Een tas met was voor de wasmachine.”
Toen begreep Bjarne het onmiddellijk. Hij vroeg zich af waar die wasmachine dan zou staan.
“Waar is die wasmachine dan Gianluigi?”vroeg hij logischerwijs.
“In de winkel-wandelstraat, daar is een wasserette van het Tailles concern, die zitten ook achter dat restaurant waar je gratis water bij het eten krijgt.” antwoordde Gianluigi . “Klinkt logisch” zei Bjarne tegen Gianluigi die nog steeds een glimlach op zijn gezicht had.
Met die glimlach leek het net een fotomodel voor een beroemd modemerk. Hij was echt een knappe man. Bjarne merkte dat hij blij was om van zijn schoonheid te genieten.
“Waarom loop je niet even mee Bjarne? “ vroeg hij met een vriendelijk Italiaans accent.

Bjarne Gosse knikte met zijn hoofd bij wijze van goedkeuring en hij liep met Gianluigi mee naar de winkel-wandelstraat die Bjarne wel kende omdat er ook een bekende bruine kroeg was, waar hij wel eens kwam met Peter Halm om samen een speciaal bier te drinken.
Het duurde niet lang. Ze kwamen aan in de winkel-wandelstraat, maar helaas voor Gianluigi, die met zijn zware tas met was liep te sjouwen, was de wasserette gesloten.

“Geen wasmachine” zei Gianluigi beteuterd. Bjarne Gosse kon de teleurstelling van zijn aantrekkelijke gezicht lezen.
“Emma Petronella is er toch niet, wij hebben een wasmachine in huis, waarom ga je niet mee naar het huis waar ik een kamer huur. Mijn hospita zit in Berlijn.” Bjarne praatte iets sneller dan de bedoeling was. Het gezicht van Gianluigi liet een zucht van opluchting zien.
Hij keek Bjarne nogmaals lachend aan en zei toen:
“Samen op weg naar de wasmachine!” Zijn emotionele Italiaanse accent deed Bjarne Gosse glimlachen.
Zo gingen ze samen op weg naar de wasmachine van Emma Petronella. Een onverwoestbare Miele, die al heel wat wasjes had gedraaid.

 


 

 

 

 

 

 

 

 

Schrijver: Bjarne Gosse

 

 

Add comment