Zomer 1998
De Portugese benedenbuurman van Bjarne was een meedogenloze “dierenvriend”. Hij schopte de oude zwarte hond die hij uit Portugal had meegenomen en hij liet de vissen in de vijver van zijn tuin verhongeren wanneer hij op vakantie ging. De bovenbuurman met de neurotische tik had inmiddels kinderen, die veel lawaai maakten in de gehorige woning. Hij hield ervan in de late avond zijn meubels te verplaatsen.
Op het atelier van het T. W. C. werden er modeltekensessies gehouden. De oude leden van het collectief tekenden met houtskool stil zittende naakte jonge vrouwen en mannen na. Het liet ze niet onberoerd. Sommigen tekenden met trillende handen, anderen hadden een fluistertoon in hun stem. Het was een goedkope manier om de naakte mens te zien, voor mensen die door de armoede van hun bestaan anders nauwelijks geld hadden om werkelijk naakt te zijn.
De schizofrene buurvrouw van Bjarne haalde de dode vissen uit de vijver van de buurman en voerde ze tot de verbazing van Bjarne, die als een voyeur op zijn balkon zat, aan haar rode huiskat die zijn staart had verloren. Ze was met haar zoon een kippenhok aan het timmeren, maar het zag er amateuristisch uit. Bjarne had het vermoeden dat het niet stevig genoeg zou blijken voor een stel overijverige leghennen in de grote stad.
Op het atelier van het T.W.C. begon Bjarne aan een serie zelfportretten op doek. Hij luisterde naar de muziek van Jimi Hendrix wanneer hij alleen in het atelier was. Er waren uren dat er niemand kwam, dan kon hij ongestoord zijn gang gaan.
Emma had hem een ansichtkaart gestuurd met een afbeelding van een werk van Egon Schiele. Op de achterkant stonden wat aanmoedigingswoorden die ze uit een oud boek had overgeschreven. Bjarne kon het wel waarderen, al was het hem verboden haar te bellen. Ze wilde geen telefoongesprekken meer. Als hij met haar wilde praten moest hij maar langskomen.
Herfst 1998
In de herfst van 1998 bleek dat het samenwerken op het atelier van het T.W.C. niet zomaar vanzelfsprekend was. Ego’s bleken te botsen, al snel waren de eerste ruzies een feit.
Els haalde weer al haar vrouwelijke charmes uit de kast om het bestuur te overtuigen van haar gelijk in haar ruzie met Bjarne. Bjarne mocht twee weken niet op het atelier komen, terwijl hij degene was die het vaakst op het atelier aan het werk was.
Joop van Teil kwam eindelijk over de brug met een geldbedrag voor vijf tekeningen die hij van Bjarne had gekocht. Een vriendin van Berend kocht een vierkant textuur schilderij van Bjarne.
Eindelijk kon Bjarne weer een fiets kopen. Een met versnellingen en trommelremmen.
Voor zijn verjaardag kreeg Bjarne een lange brief van Emma, die hem in haar dromen nog steeds Tijger noemde, omdat hij zo gretig was geweest in haar bed. De toon van haar schrijven was veranderd nu ze een liefdesrelatie had met Jan Boter. Bjarne had het niet aan zien komen, maar hij was er ook niet echt verbaasd over.
Even leek het alsof Bjarne, zijn vroegere liefde, Kees Broodakker door de straat zag lopen. Hij had zich waarschijnlijk vergist, het moest iemand zijn die veel op hem leek. Bij het ouder worden veranderde ook het uiterlijk. Jaren later zagen mensen er vaak heel anders uit. Het was een gestalte in de avond, een silhouet uit een vroegere droom.
Hij moest zijn droomkompas nu proberen zelf meer richting te geven, want als hij dat niet deed liep hij in zeven sloten tegelijk. Zijn eigen doorzettingsvermogen werd zijn redding. De meeste portretten die hij nu maakte toonden hun gezichten naar de toekomst.
Joop van Teil was royaal. Hij had het geldbedrag verdubbeld omdat hij een van de tekeningen met dikke winst had doorverkocht. Jan Boter had in Emma zijn nieuwe muze gevonden. Het was alsof er een last van de schouders van Bjarne was gevallen.
De nieuwe fiets reed als een tierelier. De beste fiets die hij ooit had gehad.
Schrijver: Bjarne Gosse