"Hoop doet leven, en geloof doet hopen" merkt Jaap terecht op. "Ja, het lijkt er op dat Alfons door zijn brieven aan de droomwereld zijn verhaal aan een wat ouder publiek wil vertellen" zegt Jeroen en zonder verder nog iets te zeggen beginnen ze een volgende brief te lezen.
De devote passages in de brieven van Alfons hebben Jeroen als praktiserend agnost op het verkeerde been gezet, maar zijn nieuwsgierigheid is wel gewekt.
Na het lezen van de brief ontstaat een kort gesprek tussen de twee sociale wetenschappers.
"Het is duidelijk dat Alfons iets over het leven van zijn beste vriend Florian wil vertellen" merkt Jeroen op.
"Ja, het lijkt er op dat beide dertigers het een en ander hebben meegemaakt op het gebied van initiatieven binnen de geestelijke gezondheidszorg en misstanden in de psychiatrie" antwoordt Jaap vervolgens droog.
"Ja veel van die initiatieven beginnen met goede bedoelingen maar stranden als een vis in de woestijn. Je denkt alles te weten, en dan gebeuren er zonderlinge dingen, mensen die te veel weten, mensen die te weinig weten, het loopt allemaal door elkaar, en wij wetenschappers hebben maar al te vaak het nakijken, terwijl de burgerman speelt op zijn gitaar"
"Laten we niet te veel op de zaken vooruit lopen, beste Jaap. Liever nog geen conclusies"
"Oké Jeroen, de mens moet het uiteindelijk voornamelijk zelf doen, laten we verder geen conclusies trekken over de verwarring van Alfons, een zonderlinge eenling op de drempel van de afgrond."
Er is nog meer werk aan de winkel. Jeroen is uitgenodigd voor een radioprogramma. En Jaap gaat verder met het bestuderen van enkele boeken die van belang kunnen zijn voor de rest van het verloop van zijn leven.
Om de wetenschap te dienen behoor je in de eerste plaats een denker te zijn, en pas daarna ook een voeler. De twee professoren, zijn ook na het lezen van de brieven van de levensvoeler Alfons nog niet tot de conclusie gekomen, dat de mensheid innerlijk aan het veranderen is. Door ongeduld gedreven hebben ze afgesproken om voortaan dagelijks bij elkaar te komen om tenminste enige brieven van de Heer Alfons te bespreken, en indien mogelijk, hier en daar commentaar te leveren zodat de brieven in een wat breder perspectief komen te staan.
Gelukkig is het kantoorpand aan de Amsterdamse gracht een ideale werkomgeving voor het onderzoek. Rondom U is alle hoop gevestigd.
Uit: Naakte ziel zorgen