augustus 1984 1

 

In de hoge bomen aan de zijkant van het park was een grote zwerm spreeuwen neergedaald. Luid kwetterend, een drukte in de groene zomerse bomen. De donkerblonde Bjarne Gosse liep langs de parkrand naar het huis van zijn hospita om daar in de tuin te lezen en te zonnen.
Bjarne dacht onderweg na over het plan van Maarten Wolvenknaap om in korte tijd veel geld te verdienen. Het was een ingenieus plan, dat wel, maar hij moest er toch eerst nog eens goed over nadenken. Ze waren wel min of meer vrienden en Maarten zou Bjarne nooit bedriegen.

De donkerblonde Bjarne kwam aan op zijn bestemming. Met in zijn hand een boek nam hij plaats op de ligstoel die in de tuin in de zon stond. Terwijl Bjarne nog intiem was met mijn gedachten over de vreugdevolle tijd met Kees Broodakker aan zee, vroeg zijn hete hospita in toenemende mate aandacht voor haar veelzijdige libido. Onverzadigbaar omdat het de tweede hittegolf van het jaar was. Onverzadigbaar omdat haar andere minnaars haar te weinig aandacht gaven.
 
Bjarne Gosse had even wat tijd voor zichzelf nodig, maar Emma, die geen last van de warmte had, verzon de ene na de andere intrige om de zomer meer gestalte te geven. Ze ratelde woorden achter elkaar, en ging toen weer het huis binnen. Wist zij veel dat Bjarne met Kees had gekust. Gezoend met hem aan de kust in een zee van verlangen.
Zijn ogen gleden over het door het zonlicht beschenen papier van het boek in zijn handen om te lezen.

“De maan is paars
boven Parijs,
geel wordt ze
in uitgestorven steden."

Federico Garcia Lorca

Ze hadden samen twee schitterende onvergetelijke dagen op het strand gehad. En tijdens de afscheidszoen had Kees hem een boek gegeven. De vertaalde gedichten van de bekende Spaanse dichter Lorca. Het element van kleur was een leidraad in zijn werken, evenals de maan en de romantiek. Hij zou het mooi vinden, had Kees hem meegeven. En hij had gelijk gehad. Het was teveel voor Bjarne om het hele boek in een keer te vatten. Het werk van deze dichter sprak hem aan.
Een heldere overzichtelijke beeldentaal. Zodra Emma hem even alleen liet was Bjarne aan het lezen in het boek dat hij van Kees had gekregen.

Tegen de avond was Emma het zat. Ze had overduidelijk te weinig aandacht van Bjarne gekregen omdat hij de gedichten van Lorca aan het lezen was. Dan kon hij er met met Kees over kon praten als ze elkaar weer zouden zien. Topless en in een uitdagend broekje kwam ze de tuin ingelopen waar Bjarne op de ligstoel, schaars gekleed lag te relaxen.

“Ben je nu nog steeds aan het lezen Bjarne”, sprak ze op uitdagende toon op het moment dat de hete zomerzon even achter een wolk school. Geschrokken legde Bjarne het boek weer weg. Ze mocht niets weten over hem en Kees. Hij keek naar haar oogverblindende schoonheid. Hij haalde diep adem.

Die nacht keken ze samen naar de maan. Zijn dierbare hospita en Bjarne, die steeds meer het gevoel kreeg dat hun liefde niet voor eeuwig zou zijn. Ook al wist hij dat verloren liefde niet bestond. Daarvoor waren de momenten te mooi en onvervangbaar geweest.

“Wat zou jij er van vinden als we samen op de maan zouden gaan wonen Bjarne?” vroeg de aantrekkelijke Emma uitdagend met een zomerse blos op haar blonde wangen.
“Dat lijkt me geen goed idee Emma, want aan de kant van de zon kan het er 120 graden Celsius worden en aan de schaduwkant 120 graden Celsius onder nul”, sprak Bjarne betweterig met een glimlach op zijn jonge jongensachtige gezicht. Emma kon zijn droge humor wel waarderen en ze schonk om hun samenzijn te vieren een glaasje champagne in een speciaal voor deze gelegenheid ontworpen glas.

“Er worden meer baby’s geboren bij volle maan, Bjarne”. Ze nam een slok van de frisse champagne. Hij sprak haar niet tegen. Hij wist dat het niet waar was, want dat had hij in de krant gelezen.
“Het is door de maan dat we eb en vloed kennen Emma”, vervolgde hij om het gesprek op gang te houden, maar zijn gedachten waren niet bij Emma. Zijn gedachten waren nog steeds bij Kees en die heerlijke tijd aan de kust.
Hoe zou het met Kees zijn? Waarom liet hij niets meer van zich horen?


augustus 1984 2

 

Bjarne Gosse ertoe brengen om zijn normen voor fatsoen en eerlijkheid te vervangen door onfatsoenlijke en oneerlijke. Dat was wat jongeheer Wolvenknaap had geprobeerd. En Bjarne had de kracht gevonden om een duidelijk 'nee' te laten horen. Hij wilde op een eerlijke manier zijn geld verdienen en niet op een manier waarbij hij misbruik zou maken van de crisis en de omstandigheden van arme mensen. Bjarne wilde zich in geen geval corrumperen aan de idioterie van de heilige Maarten, die al vele andere jongeren op het slechte pad had gebracht. Dan maar wat minder geld. Bjarne Gosse had ergere armoede gekend.

Ze hadden hem uitgelachen, de oude vrouw die hij om advies had gevraagd en de bekakte decaan van school. Alsof Bjarne Gosse een volslagen losgeslagen randdebiel was. Maar hij had zijn huid met eelt bekleed. Hij liet ze niet toe door de muren van zijn hart. Als ze zo nodig moesten lachen om iemand die niet met een zilveren paplepel was geboren, dan moesten ze eerst maar zelf meer van het leven ontdekken. Bjarne Gosse bleef gewoon groen zoals de takken. Helder zoals de maan bij nacht.
Hij vond werk bij een kwekerij voor groene kamerplanten. Tijdelijk en op oproepbasis voor een minimum loon. Het was beter dan niets, dan had hij wat te besteden in zijn schaarse vrije tijd.

Bjarne had met Arthur, Gerard en Maarten afgesproken om te gaan zwemmen vanwege het aanhoudende mooie weer. Ze hadden een geweldige middag samen aan de Maarsseveense plassen. Zwemmen, ravotten, zonnebaden en ijsjes eten.
In de avond lag Bjarne voldaan in zijn huurkamer op bed naar de zwoele muziek van Gregory Isaacs te luisteren. Hij had een cassettetape van Jan Boter gekregen omdat hij hem had geholpen met het opknappen van zijn terras.

Opnieuw had Bjarne ansichtkaarten uit Amsterdam toegestuurd gekregen van de dierenjournalist Joop van Teil, die er van hield ansichtkaarten te sturen. Bjarne bekeek ze snel, maar hij las de teksten op de achterkant niet meer. Ze hadden te vaak een dubbelzinnige betekenis gehad, hij wilde er niet meer over nadenken. Te vaak had het hem in verwarring gebracht.

De gedachten aan Kees hadden Bjarne weer teruggebracht naar de Spaanse dichter Lorca.
“Wat een moeite, wat een moeite doet het paard om hond te zijn! Wat een moeite doet de hond om zwaluw te zijn!” las hij in het uit het Spaans vertaalde gedichtenboek.

Bjarne Gosse wilde zo graag zichzelf zijn. En dan niet alleen in zijn intieme strijdlustige dromen over Kees Broodakker.

Emma moest leren begrijpen dat Bjarne niet altijd bij haar kon blijven. Ze was in huis voor een aantal dagen. Even niet op reis voor haar intensieve werk. Bjarne hoorde dat ze achter de piano zat. Ze zong luidkeels mee met een meeslepende melodie. Bjarne zette zijn kamerdeur open om te horen of hij haar kon verstaan. Haar stem klonk luider en luider.
“Zullen de engelen over blijdschap zingen met dat prachtige lied over vallende sneeuw.“
Het leek alsof ze dronken was. Ze zong met overslaande stem, maar haar pianospel was wonderlijk op klank.

“Tussen antwoorden van stilte onder invloed van liefde probeer je me in stilte te boetseren met onzichtbare klei.”
Het leek meer op krijsen dan op zingen. Zijn erudiete hospita Emma was stomdronken. Maar zelfs wanneer ze dronken was had haar lyrische stem een belerende toon.

Wat moest hij doen? Het zweet brak hem uit. Ze zong beestachtig vals en de teksten die ze zong waren nauwelijks herkenbaar door haar gekrijs. Zo dronken was ze nooit eerder geweest. Het was haar naar het hoofd gestegen. Wat moest Bjarne doen? Het zou gênant zijn om haar zo dronken te zien en haar er mee te confronteren. Ze zou het niet begrijpen. Maar als hij nu niet ingreep stond straks de politie voor de deur. Dit was huizen ver te horen. Het leek wel of ze door een megafoon zong. Dit moest zo snel mogelijk stoppen. Hoe eerder hoe beter.

Veel sneller dan nodig liep hij naar de woonkamer waar hij de bezopen Emma aantrof. Ze was inmiddels gestopt met zingen en had de pianoklep gesloten. Ze huilde zachtjes alsof ze van haar eigen dronkenschap was geschrokken. Bjarne wist niet wat hij moest zeggen. Ze had whisky gedronken. De lege fles stond op het dressoir. Die sterke drank kwam hard aan bij ongelukkige vrouwen. Hij had geen zin om haar te troosten. Ze zou alleen maar van zich afbijten. Bjarne liep naar de keuken om een glas fris en helder water voor haar in te schenken. Misschien zou ze dan een beetje bedaren.

Hij had haar nog nooit zo meegemaakt, in deze toestand van totale beschonkenheid achter de zwarte piano in haar zomerse textiel.


 

augustus 1984 3

 

De straal bezopen diva Emma Petronella was op de lederen bank gaan liggen. Bjarne Gosse gaf haar voorzichtig het glas fris en helder water. Ze nam het dankbaar in ontvangst. Ze stamelde iets. Hij kon haar niet verstaan.

“Bjarne ik moet het ergens met je over hebben”, liet ze nu beter verstaanbaar aan hem horen.
“Waarover dan Emma, is dit wel een goed moment”, antwoordde hij aarzelend.
“Over het monster van Loch Ness Bjarne” en ze liet een vreemde lach horen.

Bjarne herinnerde zich eerdere discussies over het monster van Loch Ness. Zij was er van overtuigd dat het monster echt bestond. Bjarne dacht dat het een broodje paling verhaal was. Er was al zoveel onderzoek naar gedaan. Waarom moesten ze het er weer over hebben, nu ze duidelijk te diep in het glaasje had gekeken.

Dat hoefde ook niet want Emma was inmiddels in een diepe dronken-vrouw-slaap gesukkeld. Waarschijnlijk met haar gedachten bij het monster van Loch Ness. Haar eigen stokpaardje om over te vertellen wanneer ze dronken was. Ze was nooit in Schotland geweest. Ze had het beruchte meer nooit bezocht, maar ze mocht denken wat ze wilde denken en geloven wat ze wilde geloven. De jeugdige Bjarne Gosse legde haar geen haarbreed in de weg.

Ruim een uur later was Emma weer wakker en tot bedaren gekomen. Ze zag er lieflijk uit en begon een uitvoerig betoog terwijl ze de linkerhand van Bjarne vasthield.
Emma Petronella was kritisch op de schrijvers die schreven om aandacht te vragen voor hun eigen leven, alsof ze net zo belangrijk waren als een succesvolle filmster of een bekende liedjeszanger.
Ze noemde het met een denigrerende ondertoon 'snackbar lectuur'. Vermakelijke teksten die je onmiddellijk weer kon vergeten. Het had niets te doen met hetgeen zij interessant vond. De literatuur die je leven kon veranderen. En ze wilde veel veranderen want ze las soms wel acht boeken tegelijk, allemaal literatuur van de bovenste plank. Geen wonder dat ze zijn schooljongens-versjes aandoenlijk vond en probeerde weg te lachen. Dat kwatrijn over de maan, dat vond ze wel leuk, omdat het een knipoog was naar de moderne kunst, maar verder hoefde Bjarne niet bij haar aan te kloppen met zijn zielenroerselen. Hij was ook geen bekende liedjeszanger of een succesvol kunstenaar zoals Peter. Hij roeide met zijn eigen riemen, maar de roeiboot had een lekkage.

Het was ook erg hip in die tijd, afgeven op alles wat niet literair rendabel was. Niemand trok zich er iets van aan, het geouwehoer ging gewoon verder. Dat zelfs Gerard Reve zich begon te herhalen nam ze niet mee in haar notie. Hij kon volgens haar beter zichzelf herhalen dan iemand anders, en daar kon de jeugdige Bjarne haar ook geen ongelijk in geven. Haar erudiete karakter boeide hem mateloos! Ze nam hem soms veel verder mee in de taal dan dat hij tijdens de les Nederlands gewend was. Oude namen uit tijden die ze niet mochten vergeten passeerden de revue, terwijl ze hem tegelijkertijd begon te verleiden. Bjarne Gosse moest het met zijn schamele kennis maar aandurven om haar uit te dagen. Om haar te prikkelen om alles wat zij wist aan hem te openbaren. Bjarne was leergierig en hij probeerde zijn sociale intelligentie te gebruiken om Kees beter te begrijpen. Alles wat Emma Petronella hem in haar dronken bui vertelde sloeg hij op in het geheugen van zijn jeugdige ziel. Ze was aandoenlijk in haar kwetsbaarheid, diva en dame tegelijkertijd. Bjarne ging gerustgesteld terug naar zijn kamer. Hij kon haar weer alleen laten, dan kon zij haar roes uitslapen.

Af en toe haalde hij het stapeltje ansichtkaarten uit Amsterdam uit de lade van zijn studeerbureau. Dan bekeek hij de plaatjes, van grachtenpanden en oude bomen, dieren en mensen. Maar hij vertikte het om de teksten van Joop van Teil te lezen. Hij vertrouwde de dierenjournalist niet. Hij was al eerder van streek geraakt door de mysterieuze woorden en vreemde toespelingen.
Emma had een oude ovalen spiegel op de rommelmarkt gekocht, vorige week, en die spiegel hing nu in de kamer van Bjarne. Als Bjarne in de spiegel keek zag hij zichzelf zoals hij was die augustusmaand in 1984. Hij had een jongensachtig gezicht, maar hij was inmiddels volwassen. Een man die verantwoordelijkheid moest nemen voor zijn daden.


augustus 1984 4

 

De kleurrijke ansichtkaarten uit Amsterdam waren mooi, de afbeeldingen vond Bjarne geweldig. Maar waarom bleef die Joop van Teil hem die kaarten sturen. Nooit stuurde hij een kaartje terug. Hij had er geen geduld voor. En toch bleef Joop hem kaarten sturen.

Bjarne hoefde zich nergens voor te schamen. Hij had de vrijzinnige Kees Broodakker als zijn enthousiaste bewonderaar. Hij vond alles wat Bjarne schreef geweldig en ook zijn lichaamstaal sprak hem op een vertederende manier aan. Voor snackbar lectuur had de jeugdige Bjarne Gosse gewoonweg geen tijd. Ze hadden toen nog niet van die handige elektrische apparaten die het huishouden konden verlichten. Hij was eigenlijk huurder en huisman tegelijk. Alles wat Emma achter haar bevallige kont liet slingeren ruimde hij op. Hij verschoonde de kattenbak van Frits, die door de ouderdom wijzer leek geworden en nog maar een drol per dag aan het daglicht liet zien. Hij leegde de asbakken van zijn hospita, een kettingrookster.

Bjarne Gosse begreep het wel waarom Emma zich zo opwond. Nederlanders stonden nu eenmaal niet bekend om hun goede smaak. Hij kon daar weinig aan doen, behalve wanneer hij haar beminde. Het leek soms een eeuwigheid geleden, die aanhankelijke kus van Kees.
Emma lag met haar benen weids voor Bjarne Gosse. Ze was naakt en bevangen door de warmte. Alsof hij een zomerse bloemenweide moest betreden. De liefde leek weer net zo innig als altijd.

De volgende dag had hij vreemde gevoelens in zijn hoofd. Het voelde alsof hij een dubbelleven had. Hij vroeg zich af of hij nog wel voldoende controle over zijn emoties had. Het leven lachte hem toe, dat wel, en de zon scheen iedere dag voor iedereen. Maar steeds waren er weer die twijfels. Hij kon niet altijd in het leven van zijn hospita blijven. Wanneer ze afwezig was, kwam er veel meer rust in zijn hoofd. Ze vermoeide hem met haar dominante erudiete karakter. Zijn geest had veel meer ruimte nodig.
Opnieuw had Bjarne vreemde dromen over een duikboot, die door zijn belevingswereld zwierf. Opnieuw verbleef zijn klasgenoot Arthur in die duikboot. Het waren verwarrende dromen. Dromen die Bjarne niet goed kon duiden. Hij probeerde er niet aan te denken. Het was duidelijk dat alleen Arthur de vaarrichting van de duikboot kon bepalen.

Nog steeds had Kees Broodakker geen enkel teken van leven gegeven. Alsof hij van de aardbol was verdwenen na het intense strandavontuur. Bjarne probeerde afleiding te vinden.
Hij moest die week zijn aantekeningenschrift van het examenvak economie doornemen. Wanneer hij voor zijn herexamens zou slagen had hij zijn diploma binnen handbereik en kon hij zich gaan concentreren op zijn artistieke talenten.

Het was nu nog een week doorzetten.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

Schrijver: Bjarne Gosse

 

 

 

Add comment